“Ja, goed stuk, lekker kort: je hebt een goede sfeertekening.”
“Vind je mijn taalgebruik niet wollig?”
Hij kucht, al is het geen echte kuch, maar een onomatopee en de stilte tussen ons is eerder een verzameling van witregels. Zijn vermanende vinger zweeft door het beeld. Gelukkig ben ik door de wol geverfd.
‘
Op wandel met mijn kleindochter stopte ik bij een huisje, waar vroeger een man woonde die nooit naar de supermarkt moest gaan om vlees te kopen, omdat hij zijn eigen varkens kweekte. Ik vertelde...