Het is windstil. De zaterdagkrant op de tuinstoel knispert en beweegt. Net als ik mij afvraag of het de columns zijn die met elkaar debatteren, vraagt mijn vrouw of ik Minou, onze krachtige strijdster, heb gezien. Bij het horen van haar naam steekt Minou haar koppie onder de krant vandaan. De raadsels zijn opgelost.