Mama en ik waren ooit in Tunesië. Als blondine was ik daar gewild. Iemand bood mijn moeder honderd kamelen aan in ruil, maar dat wilde ze, uiteraard, niet. Toen mijn vader dát hoorde grapte hij: ’waarom niet? Goeie deal toch?’ Waarop mijn moeder droog zei: ‘die honderd kamelen pasten niet in het vliegtuig.’