Hij leek een jaar of 6,
Wilde krullen, sprankelende ogen.
En toch keek ze niet.
Hij liet voorzichtig een papieren bootje vrij in de zee.
Het deinde vrolijk mee op de harteloze zwarte golven.
Verrukt trok hij aan haar jasje,
Naief.
Ze keek niet. Alweer.
Het bootje zonk gestaag en ik zag licht flakkeren.