‘Jemig, stop eens met zeuren.’
‘Kijk mam, die koe, wat schattig.’
‘Inderdaad, heel schattig.’
‘Die zeurt tenminste niet, hé mam?’
‘Nee, en bovendien, binnenkort ligt ie als runderlapje op je bord.’
‘Maar dat is zielig! Dat wil ik niet. Doe mij maar iets anders. Wat eten we eigenlijk vanavond?’
‘Saucijzenbroodjes?’
‘Lekker! Daaaag, koe!’
Mooie bloemen en zijn kleine man aan de hand. Hij is op weg naar zijn moeder. Maanden haar alleen per telefoon gesproken nu, gaat hij op bezoek. Ze houden elkaar vast, ze ruiken, proeven elkaars...