De jurk van Mevrouw, ik was haar schoon. Schuier de hoed van Meneer. Blaas zacht over de kapotte knie van hun zoon, stop hem ’s avonds warm in. Maar nu, sinds Meneer met andere ogen naar me kijkt, wil Mevrouw me weg. Ik moet eruit. Er zou een zilveren lepel ontbreken. Natuurlijk, vandaar.
Op wandel met mijn kleindochter stopte ik bij een huisje, waar vroeger een man woonde die nooit naar de supermarkt moest gaan om vlees te kopen, omdat hij zijn eigen varkens kweekte. Ik vertelde...