De Bonobo
Samen met de eerste zonnestralen en het daarbij horende lente gevoel, kreeg ik deze week zin om in mijn tuin te duiken. Met een nieuwe heggeschaar in de hand komt men door het ganse land. Eerst een beetje argwanend van hoe dat nieuw spel marcheert, opende ik de doos. Ondertussen heb ik de knepen van het vak beet en lijkt het erop alsof ik een nieuwe hobby heb ontdekt, snoeien. Het geeft veel voldoening als je achteraf naar je gladgeschoren tuin kijkt. Afval in plastiek zakken gestopt. Afspraak met het containerpark gemaakt. Tot nu toe was alles op wieltjes verlopen. Al hou ik altijd een beetje mijn hart vast. Want als er nu 2 dingen zijn waar ik echt een hekel aan heb, zijn het een bezoek aan de autokeuring en het containerpark. Wellicht omdat die 2 plekken tamelijk ver van mijn wereld staan en ook wel omwille van de slechte ervaringen die ik daar in het verleden reeds heb gehad. De macho wereld waar ik mij dan verplicht naartoe moet bewegen is telkens met een knoop in mijn maag. De autokeuring was nochtans geweldig goed meegevallen vorige week. Het was mijn eerste keuring met deze wagen maar zelfs daar zijn in mijn ogen altijd risico's aan verbonden. Een keurder die je roept om even mee onder de auto te komen kijken om een uitgebreide uitleg te geven van het mankement, het was me in het verleden niet vreemd. Hij kon evengoed Chinees praten want ik versta geen technische autotaal. En eerlijk gezegd interesseert het me ook geen reet. Een auto is goed om van punt a naar b te rijden, te zorgen dat hij start en bolt. Dat is het zo wat. En verder kan ik niet snel genoeg uit een autokeuring verdwijnen en pas na 2 jaar terugkeren. Wegrijden uit een autokeuring en wegrijden uit een containerpark. Het is hetzelfde geluksgevoel. Vandaag was ik bijna overtuigd dat alles liep zoals het hoorde te lopen. Tot plots, vanuit het niets, een luide mannen stem weerklonk over het containerpark.
Maaadam, maaadam...wat zijn we aant doen! ?
Ik dacht bij mezelf... Het zal toch weer niet waar zijn zeker?.. Ik keek even zijn kant uit. Daar kwam de kale macho man met vaste tred aangestapt. Nog even en hij waande zich de Bonobo van het park. Ging bijna zijdelings sprongen maken terwijl hij zichzelf wild op de borst klopte. Euh,ik ben mijn groen afval bij het andere groen afval aan het dumpen, zei ik voorzichtig. Ik wees daarbij naar de hoop oude struiken en groen naast mij.. Ik weet niet wat het is, maar dit zijn de plekken waar ik me nogal eens onzeker durf te gaan voelen. Al ben ik doorgaans niet onzeker. Misschien komt het omdat op dit soort plaatsen de testerons zodanig in de lucht vliegen dat een vrouw extra beveiliging moet voorzien, of ze wordt gewoon plat gebombardeerd door deze onzichtbare vijand. Hoedanook, ik was benieuwd naar zijn weerwoord. Ja maar madame, dat moogt ge daar niet smijten want dat moet in de container "tuinafval".Hij had gelijk, ik had het bordje tuinafval niet gezien. De kilmopsliertjes van amper een centimeter dik zouden de machine kunnen blokkeren, ging hij verder. Mijn blik viel op de uit de kluiten gewassen boomstammen die broederlijk naast mijn klimopjes lagen. Dan hield zijn uitleg weinig steek. Maar goed, in een containerpark kan je je als vrouw maar beter van de domme houden, dat maakt alles makkelijker.
Verderop zag ik een vrouw met een oude luster sleuren. De Bonobo ging op zijn beurt zijn spoor leggen. Die armaturen moeten deraf madame ! Waarbij ik dezelfde verwondering zag in mevrouw haar ogen. Dat wist ze ook weer niet. Hoe was het mogelijk!
Nog even mijn blik naar de Bonobo geworpen en in stilte tegen mezelf gezegd "Gij hebt thuis wellicht geen kloten te zeggen" . En met een gelukzalig gevoel het park verlaten.