Ik heb gisteren 5 boterhammen met choco opgegeten. Vijf! Ze zei het met schaamte en anderzijds triomfantelijk. En laat op de avond!
Probeer je te verzadigen met zoetigheden vlak na het avondeten. En na acht uur niets meer. De dieet consulente in mezelf kwam weer even naar boven. Op monotone toon zoals het een echte consulente betaamt. Al weten we allemaal dat theorie en praktijk ver uit elkaar kunnen liggen. Net zoals gevoel en verstand.
Of een wekelijkse portie waar je niet van mag afwijken, zodat je niet helemaal de dieperik ingaat, ging ik verder. Laat ons zeggen dat het dan eerder andersom is. De pijl of het getal gaat niet de dieperik in. Meestal hoger. Waardoor ons gevoel de dieperik ingaat.
Wekelijks rantsoen aan zoetigheden, ja hoor. Maar als dat dan op is, ga ik aan de boterhammen met choco, ging ze verder.
Ik stond er wat hulpeloos bij. Hoe kon ik haar opvangen. Haar leren omgaan met haar eigen zwaktes en zondigheden.
Och, het waren boterhammen van een klein brood, dat scheelt weer een pak.
"Een pak" was ook hier misschien weer niet de juiste woordkeuze. Wat zeggen ze ook alweer.. Daar is wel wat "pak" aan..damn, mijn woordkeuze alweer. Al viel dat in dit geval keigoed mee. De schuld lag enkel en alleen bij haarzelf, en enkel zij ging haar eigen kruis dragen, verslepen, tot ze er op haar knieën bij neerviel als het moest. Door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld. Het is er ingeramd van kleinsaf. Toen we bij de zuster zaten en zelfs al veel vroeger. Het is met de paplepel meegegeven. Een pap van volle melk, ongetwijfeld. En een keer onze papbuik vol, tijd om ons over te geven aan de grote schuld.
Want elke deugd moeten we blijkbaar bekopen met schuld achteraf. Wel, ik doe er niet meer aan mee, omdat het leven te kort is. Omdat we, voor de tijd dat we hier op onze wollen sokken nog rond te lopen hebben, ik geen energie meer verspil aan de grote schuldvraag. Genieten zonder schuld maar met volle teugen. Al wordt ook dat niet altijd een gemakkelijke opdracht, want het zit ondertussen in ons DNA.
Dat overdenk ik, terwijl ik de versgekochte doos kersenbonbons in de snoeplade leg.