Blijkbaar maakt "gender" niet alleen op sanitair, maar ook op taalkundig gebied het nodige los: onze hele grammatica moet op de helling omdat ze niet inclusief of divers genoeg is. In de vorige eeuw werd wel gesproken van "haarziekte". Iedereen die wilde laten zien dat hij/zij niet van de straat was gebruikte vrouwelijk voornaamwoorden om te verwijzen naar voorafgaande zelfstandige naamwoorden. "Het parlement en haar leden, de raad kwam terug op haar beslissing.... "
In het constante streven om nog woker, diverser en inclusiever te worden moet er nu een reeks voornaamwoorden bijkomen. Onzijdig is niet onpartijdig genoeg: voortaan moeten we "hen gebruiken als (enkelvoudig) persoonlijk voornaamwoord voor diegenen die zich noch met het manzijn, noch met het vrouwzijn willen of kunnen identificeren.
Afgezien van de halfbakken integratie met de grammaticale werkelijkheid (hoe zit het met de naamvals- en meervoudsvormen van dit nieuwe geslachtelijk voornaamwoord?) lijkt het me een volslagen overbodige ingreep. Onze grammatica heeft al heel lang een prima oplossing om het geslacht in het midden te laten. Naar vrouwelijke de-woorden verwijs je met "zij" en "haar", naar mannelijke of geslachtelijk onbepaalde de-woorden met "hij", "hem" en "zijn", naar onzijdige (het-)woorden met "het" en "zijn".
Dus waarom speciale genderneutrale voornaamwoorden bedenken? Er even van uitgaande dat geslachtsbepalende lidwoorden ook taboe zijn in het genderneutrale Nederlands volstaat een consistent gebruik van lid- en voornaamwoorden in het Nederlands. Als voorbeeld een uitvoeringsprotocol voor de ambtenaren van de Gemeentelijk Basisadminstratie, alias het Bevolkingsregister:
Grammaticale samenvatting is simpel: gender wordt weerspiegeld in lidwoord, bezittelijk en persoonlijk voornaamwoord. Het is volkomen correct om naar het zanger Sam Smith te verwijzen met het, daarmee komt zijn genderidentiteit niet in de knel. Of iemand voortaan "je" of "U" tegen het (of "ertegen") zegt is een kwestie van afspraak.
"Toilet" is gelukkig een het-woord, dus genderneutraal. Wie van mening is dat "het" niet exclusief genoeg is om voor personen gebruikt te worden, maakt zich schuldig aan dingcriminatie. En hoe dat afloopt staat te lezen in Belcampo's verhaal "De dingen de baas".