De bioloog Midas Dekkers veegt in zijn boek Lichamelijke Oefening de vloer aan met de fysieke sporten die aanleiding geven tot hijgen, steunen en kreunen. Hij verwijst zijn lezers naar de dieren. Deze doen niet aan sport en zijn toch zo fris als een hoentje. Slechts één sport is gezond: hersengymnastiek. Het lijkt erop dat nog niet iedere Nederlander het boek van Midas Dekkers op waarde heeft geschat. Nederlanders zijn massaal aan het sporten en rennen bijvoorbeeld als dwazen over de dijk op weg naar steeds betere hardlooptijden. Soms gaat het de vrouwen beter af dan de mannen, hetgeen bij laatstgenoemden niet zelden tot frustraties leidt. Zodra vrouwen doorhebben dat ze beter presteren, lopen ze met de borst vooruit.
In de echte sportwereld lopen mannen betere tijden dan vrouwen. Het is daarom voor de mannen wel zuur dat dit in de normale wereld niet altijd het geval is. Misschien kunnen de heren het boek van Midas onder de aandacht brengen van de vrouwen en er vriendelijk op wijzen dat hardlopen gelijk staat aan het spelen met vuur. De uitspraak van ene Hinrick Klugkist, die het lopen onderbreekt om gedachten op papier te zetten, kan bijdragen aan de overtuiging dat, hoewel sporten niet gezond is, hardlopen toch enige nut kan hebben: ‘Hardlopen is juist verdwalen, gaan over wegen waar je anders niet komt’ (Klugkist, 2011). Het gaat niet om de snelheid, het gaat om de gedachten die tijdens het lopen opborrelen. Rustig lopen verlengt de tijd en verandert het hardlopen van fysieke activiteit in hersengymnastiek. Zo is de ‘normale’ hardlopende man met zijn achterblijvende hardlooptijden gezonder bezig dan de snellere vrouwen. Dat horen wij mannen niet vaak.