Na de Tweede Wereldoorlog zijn er ongeveer 130 geregistreerde oorlogen, burgeroorlogen en gewapende conflicten geweest. Hoeveel burgerslachtoffers daarbij precies zijn gevallen, valt moeilijk te achterhalen. Waarschijnlijk vele miljoenen. Daarnaast hebben honderdduizenden soldaten het leven gelaten. Veelal dienstplichtige militairen; jonge mannen die nog maar nauwelijks volwassen waren.
Niemand wordt beter van oorlog …
Werkelijk niemand? Nader beschouwd blijkt dat helaas een naïeve gedachte.
Alleen al in Nederland zijn er zo’n 250 bedrijven actief op het gebied van ontwikkeling, productie en export van wapens of wapenonderdelen. Sommige bedrijven ontvangen voor miljoenen aan staatssubsidie. De grootste wapenproducenten zitten echter in de Verenigde Staten. Beursgenoteerde ondernemingen waar grote mondiale investeerders dan weer aandelen van bezitten en verhandelen. Van wijdverspreide, duurzame vrede wordt kennelijk niemand wijzer.
De aanslagen van 11 september (2977 burgerslachtoffers) vormden – geheel onterecht – de aanleiding voor de inval in Irak. ‘Wie niet voor ons is, is tegen ons,’ aldus toenmalig president George Bush jr. en Nederland haastte zich om te laten weten vóór Amerika te zijn.
Nederland heeft oorlog gevoerd in Irak, Nederland heeft oorlog gevoerd in Afghanistan. Zelf spreken we liever van vredesmissies.
Schattingen over het aantal burgerslachtoffers in beide oorlogen lopen uiteen van 250.000 tot zelfs meer dan twee miljoen. De Verenigde Staten houden de werkelijke cijfers angstvallig geheim.
Burgerslachtoffers: Mannen, vrouwen, kinderen, baby’s, hoogbejaarden. Mensen zoals u en ik en onze dierbaren.
Nederland vécht niet alleen maar mee; Nederlandse wapenproducenten verdienen jaarlijks vele miljoenen, waarvan een flink deel via belastingen in onze schatkist verdwijnt.
Nogmaals: ‘Wie niet voor ons is, is tegen ons,’ sprak grote broer Amerika. Van premier Kok tot oppositiewoordvoerder Rosenmöller toonde Nederland zich ootmoedig het braafste jongetje van de klas. Maandenlang beweerden de Amerikanen, bij monde van minister van Defensie Colin Powell, dat Irak over chemische wapens en massavernietigingswapens beschikte, totdat deze flagrante leugen niet meer vol te houden was.
De Irakese dictator Saddam Hoessein was verdreven, opgehangen zelfs, maar het land was in puin geschoten en had er een bloedige burgeroorlog voor in de plaats gekregen.
Afghanistan betaalde dezelfde prijs en als binnenkort de Amerikanen de aftocht blazen, hebben de Taliban als vanouds de touwtjes meteen weer stevig in handen.
Amerikaanse, Engelse en Canadese geallieerde soldaten hebben ons 75 jaar geleden bevrijd. Het oosten van het land werd bevrijd door de Poolse 1e Pantserdivisie. Tienduizenden geallieerde soldaten gaven hun leven voor onze zwaarbevochten vrijheid.
Op 4 mei gedenken we hen en allen die vielen tijdens de bezettingsjaren. Jonge soldaten, omgekomen tijdens de eerste vijf oorlogsdagen. Rotterdamse slachtoffers van het verschrikkelijke bombardement. Verzetsstrijders en onschuldige burgers, vaak zonder pardon gefusilleerd. Joden, Roma, Sinti, homoseksuelen, omgebracht in de vernietigingskampen.
Laten we ons daarnaast realiseren dat Nederland sinds 2004 aan 122 landen wapenonderdelen en overtollig defensiematerieel heeft verkocht.*
Wapens worden sóms gebruikt om vrede te brengen, merendeels echter om oorlog mee te voeren. Nederland verdient daar heel veel geld aan. Bloedgeld. Het slijk der vrede.
Oorlog in Verweggistan. Een bescheiden aantal Nederlanders gesneuveld. Een geridderde, nationale held die wildplast en een kopstoot uitdeelt. Nederland spreekt een woordje mee.
Over te veel wordt door de Nederlandse overheid gezwegen. Nederland kent en gebruikt als geen ander de mazen der wet om internationale afspraken over wapenhandel te omzeilen. Om met onze minister-president Mark Rutte te spreken: ‘We wonen met z’n allen in een fantastisch land.'
*Bron: decorrespondent.nl
NB Deze column schreef ik vlak voor dodenherdenking en Bevrijdingsdag 2020 en plaatste ik destijds op de website 120w.nl. Op kleine punten aangepast plaats ik 'm hier op schrijverspunt.nl.