.Laatst zei een vriend dat ik een echt natuurmens ben, iemand die van een puur, natuurlijk leven houdt. Dat komt omdat ik graag de wegen, dorpen en steden verlaat. Ik hou van een omgeving met op zijn minst een rijke flora en het liefst ook een rijke fauna. Verdwalen in de wildernis -let wel, ik ben alleen de piepkleine restanten daarvan gewend, waar de meeste aphex-roofdieren al lange tijd uit zijn verdwenen- is hemels voor mij. Ik hou van kamperen en kampvuurtjes en ben niet vies van een beetje modder of water. Ook mopper ik nogal eens op de moderne maatschappij. Eén met de natuur van Michael J Roads is mijn favoriete boek en tot groot ongenoegen van mijn buren zie ik wat zij als onkruid beschouwen als prachtige, inheemse en gratis flora, waar een hoop leuke insectjes op afkomen.
Een natuurmens die van een puur natuurlijk leven houdt, dat complimentje vereerde me heel erg. Ik stelde me voor hoe hij zich mij voorstelt, lopend in een oongerept bos met als achtergrondmuziek Return to Innocence van Enigma. Maar ik wist mezelf er toch toe te zetten hem op de waarheid te attenderen.
De waarheid is dat niemand een natuurmens is, die van een puur, natuurlijk leven houdt. Dat is gewoon onzin. Zo'n iemand wordt tegenwoordig veilig opgesloten en daar moeten we misschien maar blij mee zijn ook. Strikt genomen betekent een puur natuurlijk leven dat je leeft zoals de natuur je heeft gemaakt, in een door mensen onaangepaste omgeving. Toch? Stel jezelf eens voor: je duikt de wildernis in, met niets dan je kleding, tentje, een zakmes en een vuursteen om puur natuurlijk te leven. Om te beginnen zijn je tentje en zakmes niet natuurlijk, die worden in fabrieken gemaakt. Dus die moet je lozen. Je voelt het al aan natuurlijk, hetzelfde geldt voor je kleren, schoenen en als je die hebt, je bril. Nagelschaartjes, tandenborstels, medicijnen; allemaal niet natuurlijk. Je bevindt je in het noordelijk halfrond in november, dus het eerste wat je wil doen is een dierenvacht om je heen wikkelen of je overleeft de eerste nacht niet eens. Dus je moet op zoek naar scherpe takken om een dier te doden en kleding maken van zijn vacht. Maar, wacht eens even, het gebruik van speren is ook een menselijke aanpassing aan je omgeving, een manier om meer te krijgen dan je natuurlijkerwijze voor elkaar krijgt. Vachten van andere dieren om je heen wikkelen: een kunstmatige aanpassing. Een kamvuurtje en gloeiende kolen kun je wel vergeten, dat zijn onnatuurlijke aanpassingen, het Ruhrgebied in het klein! Dus je loopt in je blote kont, met enkel je vuisten, nagels en tanden als wapens in het bos, je vangt vis en vlees met je blote handen en dat eet je rauw op en je slaapt in een grot of boom zoals de andere apen. Dát is puur natuurlijk leven. Wat doen al die keiharde natuurmensen, die survivalbikkels als eerste als ze verdwalen in de wildernis? Linea recta en als de wiedeweerga een weg terug vinden naar de mensenwereld. Al die "natuurmensen" zijn helemaal niet zo van het puur en natuurlijk leven. Ik durf zelfs verder te gaan: als jij je stenen en betonnen stad verlaat om het bos op te zoeken, ben je minder natuurlijk dan iemand die in de stad blijft, want je past je omstandigheden naar behoeven aan. En er valt ook wat voor te zeggen dat hebzucht, ambitie en het aanpassen van je omstandigheden puur natuur zijn.
Dus ik ben helemaal geen natuurmens die van een puur natuurlijk leven houdt. Niet meer dan de gemiddelde mens die graag in steden en dorpen woont. Wat ik wel heel zonde vind is de sterke afname van diversiteit. Want ik vindt alle levensvormen interessant, niet alleen de mens en hun handjevol veedieren en sympathisanten zoals de muis en de rat. Een handjevol dieren en planten krijgen veel meer ruimte om te leven dan "wilde" flora en fauna.
Eens bestond de mensenwereld slechts uit eilandjes, in een door geen mens geclaimde en wilde natuur geregeerde wereld. Nu is de wilde natuur helaas gereduceerd tot eilandjes in een mensenwereld. Ja, wij zijn ook een soort wilde natuur, maar de wereld wordt nu wel héél ongelijk verdeeld. Zo zou je me kunnen noemen; iemand die voor wat meer gelijkheid is voor alle levensvormen die tesamen ons natuurrijk vormen. Een rijke natuur is bovendien alles wat we nodig hebben om onze wonderlijke mensenwereld draaiende te kunnen houden.