Vandaag las ik het bericht: Sneeuwwitje ongevraagd gekust, dat kan niet meer.
Behalve verbazing en verbijstering, beginnen er ook vragen in mij op te borrelen als de eerste de beste vulkaan die op uitbarsten staat.
Wat is het toch dat diegene die deze bewering de wereld in heeft geslingerd, heeft doen besluiten dat het kussen van Sneeuwwitje te maken zou hebben met ongewenste intimiteiten en respectloos gedrag? Is het niet zo dat Sneeuwwitje, opgebaard in een glazen kist na het eten van een giftige appel, uit de dood werd gewekt door de kus van een charmante, aardige, beschaafde prins? Zou je deze kus dus niet kunnen interpreteren als ‘liefde is sterker dan de dood’ of ‘liefde tot in de dood’? Of voor mijn part als een ‘kiss of life’? Waarom een sprookje als Sneeuwwitje zwart maken? Een negatieve lading geven aan een prachtig, eeuwenoud verhaal? Mijns inziens overigens een mooi stukje cultureel erfgoed, maar ja, wie ben ik. De gebroeders Grimm zouden zich in ieder geval nu in hun graf hebben omgedraaid bij het horen van dit bericht.
Ik wil diegene die over ‘de kus’ valt, de volgende opmerkingen meegeven:
Ik hoor in het bericht bijvoorbeeld niks over het feit dat het in Sneeuwwitje weer een vrouw is die gered moet worden door een man. Nogal ouderwets, nietwaar? Eigenlijk is dat ook niet meer van deze tijd. Vrouwen kunnen zich prima zelf redden. En verder gaat het, hoe kan het ook anders, om een zeer knappe, lieve en zorgzame prinses die ondanks haar status klaarblijkelijk in staat is uitstekend het huishouden te doen. Over dit traditionele rolpatroon valt de schrijver van het nieuwsbericht niet. En wil de schrijver niet even kritiek leveren op het altijd gepredikte schoonheidsideaal? Want dat is misschien nog wel kwetsender dan die kus. Want wie van ons dames herkent zich eigenlijk nog in deze prinses? Waarom zou een sprookjesprinses niet lelijk mogen zijn bijvoorbeeld? Of oud? Of zwart? Of een handicap hebben? Of lesbisch zijn? Of eigenlijk een man zijn? Het draait altijd weer om de ideale vrouw, blank, niet alleen knap en lief maar ook nog proper in huis en een ster in de keuken die, in dit sprookje, maar liefst zeven kerels tegelijk in de watten legt. Als ik het zo zeg, klinkt Sneeuwwitje haast als een getalenteerde maar wel zeer vulgaire vrouw. Maar nee, dan gaan we natuurlijk heerlijk schuil achter het feit dat het toentertijd nou eenmaal zo was dat de man werkte en de vrouw het huishouden deed. En ja, het schone (doch zwakke) geslacht moest natuurlijk gered worden door een dappere, sterke hoffelijke kerel. Eh pardon, heer. Maar in ieder geval niet door een vrouw. Sorry ladies.
En ja natuurlijk, ook in dit verhaal is het een vrouw die de bitch is. Datzelfde geldt voor het sprookje rondom de schoonheid Doornroosje, dat blijkbaar een even mooi doch net zo slaperig naïef wicht als Sneeuwwitje blijkt te zijn en bovendien de pech heeft haar redder pas na honderd jaar te treffen. Vermoedelijk omdat toentertijd TomTom nog niet was uitgevonden. Of ben ik nu te praktisch? En laten we ook Assepoester in dit verband niet vergeten. Een vrouw als slaaf in je huis hebben moet blijkbaar wel kunnen, met drie kenaus van slavendrijvers bovendien, want daar hoor ik de “kus-criticus” ook niets over zeggen.
Hoe dan ook, dit is zeker geen betoog om alle sprookjes nu naar het rijk der fabelen te verbannen, zeker niet. Ze leefden lang en gelukkig en dat moet wat mij betreft ook zo blijven. Ik wil maar zeggen tegen de antikussers van Sneeuwwitje, laten we de sprookjes van toen alsjeblieft de sprookjes van toen laten. Met alle, in onze ogen, antifeministische, stereotiepe trekjes en acties die in onze tijd als ‘not done’ , discriminerend of gruwelijk worden bevonden maar wel bij het fenomeen sprookje horen. Prik er door heen, lach erom, en als je dat echt niet kan, lees ze dan niet en laat die verhalen links liggen.
Want wat, wanneer en hóe een verhaal ook wordt geschreven: perfecte verhalen bestaan niet, en sprookjes zeker niet.