Een toerist heeft op Schiphol zijn yorkshireterriër in de prullenbak gedumpt. Het hondje mocht het hotel niet in en dan doe je zoiets, toch? Een weldenkend mens vraagt zich af hoeveel slaap, of welk ander ongeldig motief van eigenbelang, aan het gedrag van het baasje ten grondslag ligt. Hij kan zich met goed fatsoen niet verschuilen achter de onwil van het hotel. Dat kan hij overigens sowieso niet, omdat het goede fatsoen ontbreekt. Hoe zeggen we dat: ‘De honden lusten er geen brood van.’
De terriër is een mensenvriend en geen kuitenbijter. Dat had in dit geval net omgekeerd mogen zijn, want dan had ook zijn baasje het hotel niet gehaald. De marechaussee wist de man op te sporen en stelde de man voor de keuze: €1500,- boete of afstand doen van de hond. Een te milde regeling in mijn ogen. Ik had het baasje op de boete getrakteerd en hem de hond afgenomen.
Met de hond zal het zeker goed aflopen. Die zal via de Dierenbescherming een liefdevol baasje vinden. Voor zijn baasje durf ik niet in te staan. Alhoewel hij mij niets misdaan heeft, wens ik hem toch veel onrustige nachten toe. Het spreekwoord ‘Hij is zo ziek als een hond’ is op hem van toepassing. Een verbod om ooit nog eens een huisdier aan te schaffen, is zeker op zijn plaats.