Ik zat met de familie te kijken verbaasd naar de Johan Cruijff Schaal tussen Feyenoord en PSV. Eerste helft, ze waren 22 minuten aan het voetballen, werd een drinkpauze ingelast vanwege de warmte. Tuurlijk het was warm deze zaterdag. Boven de 30 graden. Maar de wedstrijd begon pas om vijf uur en de zon stond al niet meer in het stadion. 'Wat een watjes' riep ik naar de tv.
Mijn broer nam het op voor de voetballers. 'Jaja, wanneer heb jij voor het laatst zo’n inspanning geleverd?' In de veronderstelling dat ik alleen op de bank naar sport kijk. Wat meestal ook zo is. Nu kon ik toevallig mooi pareren. 'Gistermiddag nog. Drie uur gefietst en pas op de helft ergens wat gedronken.' Daar had hij niet van terug zag ik. 'En dit zijn topsporters.' Van mening veranderen deden we beide niet.
In de tweede helft weer een drinkpauze. Na 90 minuten verbazing. Want geen verlenging zoals normaal gesproken, maar direct de beslissende strafschoppen. Ook vanwege de warmte? Mijn broer keek me al verwachtingsvol aan. 'Wat een watjes' riep ik.
Ik heb veel wielrennen gezien de laatste tijd. Waar ze zes uur in de brandende zon fietsen. Misschien ligt het daar aan. Ik moet nog weer even wennen aan het voetbal. In de Tour de France zag ik Belg Philippe Gilbert in een afdaling een onvrijwillige salto maken over de railing. Om daarna met veel pijn op een nieuwe fiets te kruipen en de etappe uit te rijden. Om er daarna in het ziekenhuis pas achter te komen dat hij zijn knieschijf had gebroken tijdens de salto.
Andere uiterste. Braziliaan Neymar op het WK die elke keer een minuut op de grond lag als hij werd getroffen door een blik van een tegenstander. En pas weer opstond na een strenge-doch-rechtvaardige blik van scheidsrechter Bjorn Kuipers. De komende maanden staat weer voetbal op het programma. Ben ik blij mee. En ik ben blij dat de no-nonsense boeren van De Graafschap en FC Emmen dit jaar de eredivisie versterken.