Vrijwel meteen nadat mijn oorbel gisterochtend in de afvoer verdween besloot ik dat het een kutdag ging worden. Ik had geen reserve liggen en een kale oorlel irriteert me gewoon. Alle volgende incidenten mochten op zichzelf misschien geen naam hebben en indirect tot mijn eigen schuld gerekend worden, daar gaat het nu niet om. Ik had al besloten. Kutdag.
Oké, gaan we. Op mijn werk (sportschool) ontdekte ik ineens die tandpastavlek in m'n trainingsshirt. Precies in het midden. Vervolgens zeek een klant over de airco, die stond te zacht. Daarna nog iemand. Drie zeikerds later stond ie ineens te hard. Jongens, hou op! Echt. Thuis wilde ik lekker makkelijk pasta pesto maken. Pesto op. Verzin je toch niet (?) Genoeg redenen om 's avonds in een welverdiende slaap deze kutdag van me af te dromen.
Het was een boze droom waar de wekker mij van verloste. Ik stond een hoogoplopend conflict uit te bekvechten met een, hoe zal ik het zeggen, wat ordinair wijf. Ja sorry, in mijn dromen wil de nuance nog wel eens vervagen, maar even voor uw beeldvorming: geen zichtbare hersencellen, wel zichtbare cellulitis, te strakke legging, penetrante stem en ruzie om niks. Zo ook nu. Als in een scène van de Rijdende rechter staan zij en ik maar wat tegen elkaar te schreeuwen. Daarbij valt het me wel op dat zij er al scheldend steeds beter uit gaat zien. Die legging staat haar plotseling goed en dat shirt komt me erg bekend voor. Met die tandpastavlek. Ze heeft trouwens maar één oorbel in.
Tevreden over dit artikel? Deel het met anderen voor meer lezers.