Ergens in mijn achterhoofd kwam er vanmorgen ineens het woord:
Hottentottententententoonstelling
in me op.
Geen flauw benul waar het vandaan kwam; behalve ergens uit mijn jeugd; of waarom ineens dat in me op kwam.
Louter uit het ongenoegen dat ik niet eens wist of het een daadwerkelijk woord was toch maar eens een woordenboek er op nageslagen. Wat blijkt;
Een Hottentot m-ten
1.Lid van een zeker ras van inboorlingen van Z-Afrika, ook Nama geheten;
2. (fig) ruw, onbeschaafd mens;
Hottentots
b) onbegrijpelijke taal.
Nu snap ik dat het woord:
Hottentotten-tenten- tentoonstelling
Een daadwerkelijk woord zou kunnen zijn.
Een tentoonstelling van tenten van de leden van een zeker ras uit Zuid Afrika.
Heb ik hier iets aan?
Nee!
Helemaal niets. Maar mijn hersens hebben weer even hun zin gekregen.
Ze hebben me toch maar mooi even van de problematiek rondom het Coronavirus afgehouden.