“Goedemorgen dames”, zei ik glimlachend.
Vier gezichten werden in slow-motion naar mij toegewend, en keken mij schaapachtig aan.
Door schrik overmand veroorzaakten hijgende ademhalingen zwaar zwoegende boezems en hoofden die roder waren dan een overrijpe tomaat , en ogen puilden uit hun kassen.
Alsof ik hen tegelijkertijd en collectief had voorgesteld hen, in elkaars bijzijn en zonder enige scrupules, onzedelijk door mij te laten betasten of anderszins onbetamelijke handelingen te doen verrichten.
“Oh help”, hoorde ik ze denken.
Ik bekeek mezelf eens kritisch.
Nee, mijn kleding vertoonde geen tekenen van exhibitionisme, en ik was niet groen uitgeslagen, had geen slagtanden noch horens op mijn hoofd.
Wel zag ik bokkenpoten, maar die stonden in de doorzichtig plastic verpakking op tafel.
Voor bij de koffie.
Een struise dame vroeg: “Benupietvandeflex?”
Ik sprak: “Yep”.
“Het heeft rijtje van Jannie.”
“Is Jannie ziek?”, vroeg een spichtige spriet met een zacht stemmetje.
De Struise ging er niet op in, maar zei: ”Deze mevrouw wil geen man voor douchen, maar moet gezwachteld. We bellen je als we er zijn geweest.”
En tegen de andere dames: “Wie heeft mevrouw van Blebberen?”
Het bleek de Spichtige te zijn.
Na een telefoontje van de Spichtige ging ik naar mevrouw van Blebberen.
Toen ik voor haar op mijn knieën zat, giechelde ze: “Er heeft nog nooit een man voor mij op zijn knieën gezeten.”
Uit ons gesprek bleek, dat ze niets tegen mannen had, maar nooit getrouwd was geweest, en ik had haar wel mogen douchen.
Klonk zij teleurgesteld?
Ze weet het niet, maar ik heb mijn eigenares volledig onder controle. Ze begint en eindigt de dag met mij. Zonder mij kan ze haar woorden niet kwijt in tekst, haar foto's niet overzetten noch...