Hij waggelt het restaurant binnen.
Hier een groet, daar een lach,
of de tijd niet heeft stilgestaan;
of hij zijn trainingspak niet heeft verruild voor driedelig grijs
Zijn kale knikker glimt van het zweet
het welvaartsbuikje blubbert om hem heen
‘Zo kerel, alles kits achter de rits?’
OMG dezelfde grap, ander leven.
Ooit zopen wij ons een stuk in de kraag,
zwalkten lallend over straat: ‘vrienden voor het leven.’
Tot de dood ons zou scheiden,
bezwoeren wij met dubbele tong
Nu koekeloeren wij naar elkaars onhebbelijkheden
mijn spastische hand, zijn moddervette buik
‘Hé Asko, je ziet er nog patent uit,’
hij lacht, zijn stralend witte tanden fonkelen.
Enthousiast over deze inzending?
Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk
Wees de eerste om commentaar te geven.
Meer publicaties lezen of zelf meedoen aan een schrijfactiviteit?
Klik op een van de mogelijkheden.
Gedicht waarin met spot (bijvoorbeeld ironie, sarcasme, of karikatuur) op directe of minder directe wijze kritiek wordt geleverd op bepaalde personen, instituties of kwesties die een zeker maatschappelijk en/of politiek belang hebben.
Klik op een titel om de inzending te lezen.
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.