Skip to main content

Stijladviezen voor het schrijven

stijladviezen

Eenvoudige woorden in eenvoudige zinnen bereiken meer lezers dan een te lange zin met moeilijke woorden. Het doel van iedere tekst is om de aandacht van de lezer vast te houden. Wissel daarom lange zinnen af met korte.

Zinnen worden vaak te lang door het toevoegen van bijzinnen. Een vuistregel is dat een zin maximaal één bijzin mag bevatten.

  1. Schrijf in de actieve vorm en gebruik actieve werkwoorden. Gebruik zo weinig mogelijk passieve constructies (de lijdende vorm). Dit is een taalvorm die de handeling vertraagt. Vermijd ook overmatig gebruik van woorden als ‘hebben’ en ‘zijn’. Ze worden vaak gebruikt samen met ‘worden’ en leiden dus tot de lijdende vorm. Je herkent de lijdende vorm vaak in lange ingewikkelde zinnen, omdat deze werkwoorden het toestaan het hele onderwerp in één zin te behandelen.
  2. Vermijd (dubbele) ontkenningen. Dubbele ontkenningen maken zinnen nodeloos lang en ingewikkeld. Doordat de ene ontkenning de andere opheft dwing je de lezer tot een nodeloze extra inspanning, die je beter kunt vermijden. Dubbele ontkenningen verdwijnen simpel door de beide ontkenningen tegen elkaar weg te strepen, bijv. niet-onbelangrijk = belangrijk.
  3. Vermijd de tangconstructie. De tangconstructie is een zinsbouw waarbij delen van de zin die bij elkaar horen te ver van elkaar verwijderd staan.
  4. Vermijd een te lange aanloop.
  5. Gebruik geen 'gezwollen' taal. Ouderwetse taal, stadhuistaal, ambtenarentaal, formulierentaal worden vaak gekenmerkt door pompeuze woorden en zinloze uitdrukkingen, wat bombastisch overkomt. Bijv. zulks = dat of reeds = al 
  6. Gebruik zo min mogelijk lange woorden. Lange woorden zijn vaak samenstellingen. Dat betekent dat je ze doorgaans gemakkelijk kunt opsplitsen. Nodeloos lang zijn ook de zgn. voorzetseluitdrukkingen als bijv. door middel van, in verband met, met betrekking tot, op grond van, ten aanzien van. Dat zijn ambtelijke formuleringen met onnodig veel woorden, die bij veel wetenschappers zeer populair zijn. Ze zijn meestal gemakkelijk te vervangen. Bijv. desalniettemin= toch, dienovereenkomstig= net zo, in de trant van= als, in geen geval= nooit, met als resultaat dat= zodat. 
  7. Gebruik zo min mogelijk vakjargon. Vakjargon of vaktaal is een bron van ergernis voor lezers. Voor wetenschappers is vaktaal functioneel, omdat men exact begrijpt wat een vakgenoot bedoelt. In artikelen voor niet-vakgenoten vermijd je vaktaal beter.