Elk boek bevat hoofdstukken. Een hoofdstuk begint in de meeste gevallen op een nieuwe pagina. Soms bevat de hoofdstuk slechts een nummer, soms omvat het hoofdstuk ook een titel. Het hoofdstuk geeft een zekere structuur in het boek. Hieronder lees je enkele tips voor het maken van hoofdstukken.
Eindig je hoofdstukken met een cliffhanger
Een cliffhanger is een element in film en televisie, maar zeker ook in boeken en toneelstukken. Het verhaal eindigt op een moment dat de spanning tot aan het hoogtepunt is. Schrijf het verhaal zo dat het hoofdstuk eindigt met een stevige cliffhanger. Dit moedigt de lezer aan om door te lezen en het boek na het einde van het hoofdstuk niet weg te leggen.
Titel?
Je kunt ervoor kiezen het hoofdstuk te voorzien van een titel, een nummer, óf een nummer én een titel. Gebruik je voor het hoofdstuk een titel? Zorg er dan voor dat de titel de lading dekt. Je kunt ook een pakkende titel bedenken die de lezer nieuwsgierig maakt naar de inhoud van het hoofdstuk. Gebruik in elk geval geen ellenlange teksten voor de hoofdstuktitel.
Inhoudsopgave
In sommige verhalen is het makkelijk een boek te voorzien van een inhoudsopgave. Dit is bijvoorbeeld bij (gedichten)bundels, biografieën of informatieve boeken het geval. In de tekstverwerker Word kun je deze inhoudsopgave automatisch op de eerste pagina invoegen, door elk hoofdstuk bij “Stijlen” van een “Kop” te voorzien, naar de pagina te gaan waar je de inhoudsopgave wilt invoegen en deze vervolgens te plaatsen door “verwijzingen”-> “inhoudsopgave” aan te klikken.
Vast ritme
Bij het schrijven van fictie is het handig om de hoofdstukken in een vast ritme te laten verlopen, bijvoorbeeld door elk hoofdstuk evenveel pagina’s toe te wijzen. Maak de hoofdstukken niet té kort, maar maak ze ook weer niet te lang.