Uit waargebeurde verhalen
Titel: Blijkbaar was het onze tijd nog niet. (1985)
Mijn vader zei niets en ik zei niets. Zo zaten we in de auto een minuut lang zwijgend en verdwaasd voor ons uit te staren.
We waren samen gezellig gaan vissen in het Zwindersche kanaal richting Coevorden. We hadden niet veel gevangen, maar dat was ook niet belangrijk. Gewoon lekker bij elkaar zijn en kletsen over vroeger had onze prioriteit. Nu reden we terug naar huis. Mijn vader op de bijrijdersplaats en ik achter het stuur. We reden over de Coevorderstraatweg. Een vrij smalle weg met aan weerskanten veel eiken en een enkele beuk. In de verte naderde een bus. Waarschijnlijk de stopbus naar Coevorden of Emmen. Op dat moment reed ik 80 kilometer per uur. Waarom ik geen snelheid minderde begrijp ik nu nog niet. Ook de bus bleef zijn snelheid houden. Op het laatste moment besefte ik pas, dat de ruimte tussen de bus en de bomen wel erg klein was. Snel greep ik met beide handen het stuur en zette me schrap.Een botsing met de bus of met een boom leek onvermijdelijk. Bij het passeren voelden we de luchtdruk en de schommelende auto kon ik met moeite op de weg houden. In de achteruitkijkspiegel zag ik de bus kleiner worden. We zeiden een minuut lang niets tegen elkaar. In de verte zagen we Hoogeveen liggen. Pa verbrak de stilte en zei: ”Dat ging nog maar net goed Jan.” Op dat moment wist ik dat we aan de dood waren ontsnapt. Blijkbaar was het onze tijd nog niet.
Vindt u ook niet?’ vraagt een vrouw die wil dat ik zie wat zij gezien wil hebben. Ze ziet er make-up-onvriendelijk uit. Met isolatietape bevestigt ze een zelfgemaakt bordje aan een lantaarnpaal: Het...