Een heerlijk voorjaarszonnetje verbleekt zijn depressie enigszins tot een blank verleden.
Oom Tom zit voor zijn huis en leest een boek over een hut. Hoe het niet en hoe het wel moet: de eeuwige spagaat. Hij denkt terug aan de stencilmachine uit de kleurrijke zwart-wittijd waarin veel zou veranderen. Maar op sommige oude hemden zitten vlekken die nooit zijn opgelost, ongeacht welk wasmiddel hij gebruikt.
‘Wilt u ook een negerzoen, oom Tom?’ vraagt het buurmeisje.
‘Cho-co-kus!’ spelt haar moeder.
‘Watte?’
‘Choco en dan een kus.’
Het meisje geeft oom Tom een zoen waardoor Toms wang donkerrood kleurt.
‘Het is maar goed dat niet iedereen kan lezen,’ lacht oom Tom. ‘En zij die dat wel kunnen, zien toch alleen maar woorden.’