Altijd al had hij de lachers op zijn hand, zijn bijnaam was “ de joker” en deze eretitel droeg hij dan ook met flair. Daar hij meer dan eens, in de bres sprong - voor de zwakkeren in onze samenleving. Te beginnen bij onze bloedeigen nerd: genaamd Rudolf, die sinds jaar en dag het toonbeeld was van het slachtofferschap. Joker kon dit leed niet aanzien en wist keer op keer Klassikaal de bullly op zijn nummer te zetten, echter op zodanige wijze dat zelfs de Bully zichzelf bescheurde . Zijn vrolijkheid echter was hem niet met de paplepel ingegoten, zeer zeker niet: Vader had losse handjes- met name als hij laveloos op huis aanging- na een stevige avond stappen. Moeder kampte met een hardnekkige depressie en verwaarloosde zowel zichzelf als het huishouden, aldus viel er thuis weinig te lachen en ook thuis ving Joker de klappen op- zowel fysiek als geestelijk gesproken, voor zowel zijn jongere broer als zus.
Karel en Myrthe , respectievelijk tien en acht jaar oud! Door hun ogen bezien was Joker niet minder dan een godheid- zijn glimlach van oor tot oor was hier overigens het levende bewijs van.
De remedie bij uitstek was zijn poker-face en zelfs als zijn vader laveloos op huis aanging, in het holst van de nacht en zijn vuisten neerdaalden als mokerslagen - om zijn gezicht te ontsieren. Dan nog was en bleef hij De Joker en als rechtgeaarde poker- face speelde hij zijn troef nooit of te nimmer uit.
Lachen, gieren en brullen dus.