We keken hem net zolang na tot we alleen nog zijn wilde grijze haardos boven de kleurrijk geklede toeristen in het dorpsstraatje zagen uitsteken.
We waren voor een weekje met vakantie op Texel en slenterden wat rond door het kleine hoofdstraatje van de Koog. Het was mooi weer voor herfst begrippen. Het zonnetje scheen, boven ons krijsten de meeuwen en we hadden wel trek in een lekker gebakken visje. Terwijl we op het pleintje voor de kerk aan het overwegen waren of we het visje hier of in Oudeschild zouden eten, kwam er een grote indrukwekkende man op ons toegelopen. Ruig figuur, grijs wild haar en een stoere blik in de ogen. ‘Waar komen jullie vandaan’ vroeg hij met een opmerkelijke zachte stem voor zo’n grote stoere man. ‘Verrek’ schoot het door me heen, dat is de beroemde schrijver Jan Wolkers. ‘Uit Hoogeveen’ gaf ik verlegen ten antwoord. ‘Wat is het hier genieten hè jongelui?’ vervolgde Jan het gesprek. ‘Zeker’, beantwoordde mijn vrouw deze eigenlijk retorische vraag. ‘Op Texel komen we helemaal tot rust.’
Hoelang we daar met hem hebben gesproken, de tijd hield even op te bestaan. Wat ik heb gezegd, wat mijn vrouw heeft gevraagd, alles is langs me heen gegaan. Wel weet ik, dat hij door zijn onbevangenheid, zijn echte interesse in ons en zijn imposante postuur, enorm veel indruk op mij heeft gemaakt. Ik was al eind zestiger-jaren fan van Wolkers, toen ik met rode oortjes Turks Fruit en Brandende Liefde las.
Sinds die ontmoeting op Texel ben ik nog meer fan van Jan geworden. Wel heb ik me altijd afgevraagd, waarom hij juist met ons een gesprek is aangegaan.
Na zijn overlijden in 2007 kon je de nabestaanden van Wolkers condoleren op …Texel.

Dat is het belangrijkste.