Uit waargebeurde verhalen:
Een levensgevaarlijke rit.
“Rene” schreeuwde ik, ”kijk achter je. Straks worden we nog verpletterd.”
Bijna drie jaar lang heeft Rene ons, voor een paar centen, met zijn lelijke eend naar de PA in Assen gereden. Zodra we met deze fragiele rode auto de snelweg op reden, zocht Rene een vrachtwagen op om in de slipstream ervan lekker goedkoop de afstand naar Assen te overbruggen. In vaktermen heet dat ‘een sleepje pakken.’
Maar vandaag ging alles anders dan anders.
Na een vrachtwagen te hebben uitgekozen, reden we onze Citroën 2CV tot op nog geen halve meter van de kolos zijn achterkant. Je voelde de zuigkracht tussen de vrachtwagen en de eend. We zaten heerlijk te babbelen toen ik in de buurt van Spier een zwaar brommend geluid achter me hoorde. Nadat ik me had omgedraaid, zag ik tot mijn verbijstering een enorme vrachtwagen op nog geen twee decimeter van onze achterbumper.
“Rene” schreeuwde ik, “kijk achter je. Straks worden we nog tussen deze twee vrachtwagens verpletterd.”
Rene keek geschrokken in zijn achteruitkijkspiegel en zag de enorme voorkant van de vrachtwagen vlak achter ons. Waarschijnlijk had voorste vrachtwagenchauffeur via de radio een bevriende collega gevraagd, de bumperklever eens een lesje te leren. Zo reden we, bijna platgedrukt door twee giganten, richting Beilen. Bij ons begon paniek de overhand te krijgen. Gelukkig zag op dat moment de chauffeur van de achterste vrachtwagen in, dat hij bezig was met een levensgevaarlijk spel en minderde vaart. Op de parkeerplaats van een benzinestation moesten Rene en ik even bijkomen van de spanning.
We hadden ons lesje geleerd en reden vanaf die tijd alleen op eigen kracht richting Assen en terug.
