Klokslag zeven uur lukt hij al de oren van je kop, de dame achter de bar vlucht de zaal in , om hartgrondig de vloer te moppen . Gerard lijkt zich van geen kwaad bewust en ratelt ondertussen maar door . Zijn lichaam breed uitgestald en zijn broek hoog opgetrokken.Ook in de sportzaal dringt zijn reflectie in de spiegel zich hinderlijk aan mij op. Daar ligt hij te rollebollen in zijn eigen zweet. Ja zijn lijfelijkheid is zeer zeker geen bezienswaardigheid in de ogen van de heersende norm aldaar. De beste man is ontegenzeggelijk deel van het meubilair, maar wordt willens en wetens verguisd en ik word meegezeuld in het gefluister van de onderwereld. De onzichtbare hand die mijn hart omklemt is deel van de heersende opvatting: dat wij goden zijn in mensengedaante .
De huwelijksdag was een sprookje , mijn vrouw kleedde zich in maagdelijk wit , geheel volgens de traditie.Onder het toeziend oog van vrienden, familie en God werd onze liefde beklonken. Mijn ja...