De oude schilder Rudi had net zijn schildersezel uitgeklapt toen de gesluierde gedaante van de bruid in het tafereel van weelderig groen verscheen. Rudi herkende haar. Zij en haar echtgenoot waren bezig met een fotoreportage. Hij was de plek gepasseerd waar ze poseerden met de vijver met twee zwanen op de achtergrond.
Rudi stak zijn hand op maar de bruid zwaaide niet terug. Ze zag er niet echt gelukkig uit.
Een blonde man in een zwart pak en een witte roos in zijn knoopsgat verscheen op het hoger gelegen wandelpad. Hij riep: “Linda!”
Linda keek om en schudde haar armen in wat Rudi dacht een gebaar van machteloze frustratie was.
De blonde man liep naar hen toe en zonder op Rudi te letten nam hij Linda bij haar schouders vast. “Wat heb je toch?”
“Niets.”
Ze trok de diadeem met tule van haar hoofd waardoor enkele lokken uit haar strakke kapsel loskwamen. Ze wierp haar hoofd in haar nek, slaakte een kreetje en begroef haar gezicht in haar handen.
“Linda.”
“Niets, zeg ik toch.”
Ze rukte zich hard los en stapte naar achter waarbij haar hakken verstrikt raakten in haar kleed. Ze struikelde in de richting van het water en Rudi was net op tijd om haar op te vangen. Ze slaakte een hoog kreetje en hapte naar adem terwijl Rudi een arm om haar middel legde en met de andere zachtjes haar arm vastnam om haar weg van het water te leiden.
Na een paar stappen werd de jonge vrouw al rustiger en bedankte ze Rudi voor zijn hulp.
“Dank u! Als u er niet was geweest, was ik waarschijnlijk… Dan had ik het helemaal verkorven voor Maarten.” Ze maakte zich voorzichtig los uit zijn greep en herhaalde met een glimlach: “Dank u.”
Rudi zei: “Graag gedaan. Als er nog iets is dat ik voor u kan doen…”
Op dit punt werd hij onderbroken door de verloofde of echtgenote van Linda. Zijn onrustige blik bleef even op Rudi rusten en de schilder was blij dat hij zijn arm niet langer om het middel van de bruid had liggen.
“Linda? Waarom doe je zo? Het is onze tróúw. Dan hoor je blij te zijn. En jij gedraagt je al de hele tijd als een verwende kleuter die haar zin niet krijgt.”
Linda leek te schrikken van die woorden. Kennelijk gebeurde het niet vaak dat ze haar man of verloofde mishaagde of dat hij daar op reageerde.
“Ik wil ook dat onze trouwdag een perfecte dag wordt, Maarten. Maar die foto’s…” Haar stem trilde. Ze snikte. “Ik sta verschrikkelijk op foto’s, dat weet je. En ik wil later, als ik naar die foto’s kijk, niet voortdurend moeten denken hoe lelijk ik er misschien moet uitgezien hebben voor jou.”
“Is dat alles?”
Rudi was op een afstand blijven staan maar kon nog horen wat er gezegd werd toen Linda in haar frustratie luider ging praten. Toen ze even op adem moest komen, greep hij zijn kans om het gesprek te onderbreken met een idee dat hem zonet was ingevallen.
“Excuseer.”
Maarten en Linda keken hem aan. Geen irritatie of ongeduld omdat hij zich bemoeide of had staan luisteren. Integendeel, toen Maarten vroeg: “Ja?” klonk het alsof hij Rudi als een onschuldige voorbijganger beschouwde die de weg kwam vragen.
“Ik wil mij niet opdringen, maar ik hoorde toevallig wat mevrouw zei. Misschien kan ik u helpen.”
Twee dagen later troffen ze elkaar op dezelfde plek, vergezeld door Tim Lorrenz, de huwelijksfotograaf.
De fotograaf had met een mengeling van terughoudendheid en nieuwsgierigheid zijn medewerking verleend aan Rudi’s plan. Maar hij had talent, moest Rudi erkennen. De foto van de precieze locatie in het park aan de vijver waar hij Linda en Maarten ontmoet had, was prachtig.
Het wateroppervlak was spiegelglad op de kringen rond de twee zwanen en enkele eenden na die een kijkje waren komen nemen terwijl de fotograaf zijn ding deed. Het was een grijze ochtend geweest en de worstelende zonnestralen hadden tegen de dikke wolken een regenboog getekend.
“Het is schitterend”, had Rudi gezegd toen Tim de uitvergrote versie van de foto liet zien.
“Ik heb nog een reserve. Voor als het nodig mocht zijn.”
Rudi verdroeg de competitieve prik van zijn collega-kunstenaar gemakkelijk en nadat Tim vriendelijk een kop koffie had afgeslagen, was hij onmiddellijk aan de slag gegaan om de foto op een canvas doek op zijn ezel te bevestigen.
Enkele weken na de bruiloft stonden Rudi en Tim naast Linda en Maarten in de kunstgalerie waar Tim en Rudi exposeerden voor het portret van de twee jonggehuwden. Het foto-schilderij, of de schilderij-foto, was ondertekend met T.R/R.T in een plek zonlicht dat weerkaatste op het water.
Maarten hief zijn glas champagne. “Op jullie nieuwe samenwerking.”
Linda hief ook haar glas. “Op de samenwerking.”
“En op het jonge koppel”, zei Tim.
“2-2”, bezegelde Rudi de toast maar alleen Tim begreep wat hij daarmee bedoelde.
Enthousiast over deze inzending?
Jouw commentaar toevoegen? Schrijvers stellen je tips en opmerkingen op prijs. Dat is mogelijk in de tekstbalk
Wees de eerste om commentaar te geven.
Meer publicaties lezen of zelf meedoen aan een schrijfactiviteit?
Klik op een van de mogelijkheden.
Klik op een titel om de inzending te lezen.
Eerst inloggen s.v.p.! Meedoen is alleen mogelijk voor leden. Nog geen lid? Je kunt je gratis registreren als lid.