Ik zink...
Naar beneden, de diepten van de zee tegemoet. Mijn haren waaieren uit, synchroon met de langzame dans van het zeewier, bewogen door de eeuwige stromingen van het water.
Ik kijk met blinde ogen naar boven en zie de zon blikkeren op het water.
Ik voel me niet alleen, een schaduw volgt me, het is een onbekende en tegelijk weet ik, met ontzag en tederheid me op de voet gevolgd door de Dood.
Toch, die fluistering van leven, ik voel het meer dan dat ik het hoor...Is er dan toch een reden om me terug naar boven te vechten?
Zal ik de confrontatie met de herinneringen opnieuw aangaan?
Zal ik...
...mezelf laten aanraken door woorden gebracht door iemand die ik op mijn beurt met woorden kan strelen?
Heb ik...
...genoeg vertrouwen?
En ik ga terug naar boven, naar de zon en naar het leven en de Dood glimlacht, wuift gedag en zegt woordeloos: " Tot later mijn kind, leef verder, je hebt nog niet alles geleerd, je leermeester wacht boven op je! "
"Luister naar hem en heb het leven lief..."