Uit waargebeurde verhalen.
Titel: “Meneer, wat doet u hier?”
“Jan, we moeten nu echt gaan” hoorde ik Irene met een van pijn vertrokken gezicht zeggen. Ik smeet de tas, die ze al een paar dagen geleden had ingepakt, in de auto. Haast was geboden. Oma, opa en Mariska zwaaiden ons uit. We scheurden in de auto naar het ziekenhuis. Zo rond 05.30 waren er gelukkig nog weinig mensen op de weg. Via een rotonde vlogen we het ziekenhuisterrein op en parkeerde de auto voor de ingang. Ik rende de auto uit en kwam met een rolstoel terug. Een zuster kwam in mijn kielzog mee en zette Irene, die zichtbaar pijn had, in het vervoersmiddel. En daar gingen we. Bij de lift aangekomen kwam er een mevrouw van de receptie mij vragen of ik nog even wilde meekomen. Onze gegevens moesten nog in de computer gezet worden. Irene was in de tussentijd met de zuster al naar boven. Na de noodzakelijke administratieve handelingen, sprintte ik naar de lift. Gelukkig stond de tweede lift beneden en kon ik zo instappen. Boven aangekomen zag ik in de verloskamer licht branden en hoorde ik een vrouw gillen van de pijn. ”Irene” gilde ik terug” ik kom eraan.” Zonder te kloppen stond ik in twee tellen binnen en was ik getuige van een bevalling van….een voor mij volstrekt onbekende vrouw. “Meneer, wat doet u hier?” vroeg de verloskundige. “O sorry, maar mijn vrouw staat ook op het punt van bevallen.” ”Dan moet u waarschijnlijk hiernaast zijn”, sprak ze mij bestraffend toe. Even later was ik getuige van de geboorte van ons zoontje. Na afloop keek ik vermoeid en dankbaar uit het raam. Ik kon mijn ogen niet geloven. Over het ziekenhuis stond een prachtige regenboog. Ik heb hier nooit met iemand over gesproken, want ik dacht dat het mijn eigen fantasie was. Pas veel later hoorde ik van Irene, dat ze de regenboog die morgen ook had gezien. Was de regenboog over het ziekenhuis toeval, of………..?