Zomaar een film over een mollige jongen;
Jochem zijn leven was tot nog toe een aaneenschakeling geweest van pesterijen. Altijd en eeuwig was hij het buitenbeentje en vader en moeder staken hun kop liever in het zand dan de waarheid onder ogen te komen. De klassenleraar was vooral begaan met zichzelf en oogluikend liet hij het maar gebeuren. De film spatte van de buis af en zowel ik als mijn vrouw hielden het niet droog.
De gelatenheid van de ouders, de gesjeesde leraar, al snel braken wij en schold ik tegen het beeldscherm uit pure onmacht. Jochem hing zichzelf in zijn slaapkamer op .... Moeder haar ogen schoten eindelijk wagenwijd open, maar nu was het te laat.
‘Verdomme ...’ ga ik tekeer tegen de ondertiteling die chronologisch afloopt.
Zelf voel ik dat mijn agressie hand in hand gaat met mijn angst om te sterven. De zin van het bestaan is voor mij zaligmakend.
Mijn vrouw knijpt zachtjes in mijn hand.
‘ Het is maar een film ...’ fluistert ze