‘Doodlopende weg, crematorium wel bereikbaar’. Het staat er echt, op een bord aan een buitenweggetje bij Tiel. Ik begrijp ook dat fietsers er wel langs kunnen. Na ongeveer vijf minuten zie ik een lange rij mensen tot op de weg staan. Ze zijn stemmig gekleed. Kennelijk bezoekers van het crematorium. In deze coronatijd even snel langs de kist lopen en het condoleanceregister tekenen. Het is niet anders. Ik voel mij wat opgelaten, had niet gerekend op deze drukte. Om niemand tot last te zijn overweeg ik nog weerom te draaien, maar er wordt al ruimte gemaakt.
Even later zie ik voor mij een aarden wal, met daarachter het geluid van een constant autoverkeer. Het lijkt een onoverkomelijke hindernis. Ik draai en draal nog wat, in de ijdele hoop dat de rij in de verte korter wordt. Opeens zie ik toch een smal pad. Het is niets minder dan de weg naar het licht. Ik laat de dood achter mij.