Ik kreeg plots een zoete inval
en nam wat koekjes uit de kast.
Mijn inval kreeg veel bijval,
want mijn zoon, een knappe gast,
opende mee de aanval
op die koekjes uit de kast.
Ik at er al een drietal
en toen zei die rare kwast
plots als was het toeval:
“‘t Is te hopen dat die broek
je morgen ook nog past.”
Tot zover dus mijn aanval
op die koekjes uit de kast.