Gisteravond in het blauwe maanlicht,
had ik visioenen over jou en mij
de jazz vervulde onze zielen,
wij gingen op in elkaar, zo vrij
onze handen sloegen in een, stijgend en reikend,
tot ver boven alles, dat wij tot nog toe kenden
gevoelens gewikkeld in één,
waren niet meer af te remmen
de eer was geheel de mijne,
hoe de jouwe zich in mij vereert
hoe wij groeien, wij delen en zijn
totdat de tijd het ons beide leert