weet je nog
hoe wij samen de trap opklommen
jij als een kind tegen mijn borst
in een doek omdat jij anders
ongeduldig en groothartig
mij al je warmte in een keer schenken zou
wijl ik je liever aan mijn voeten wou
om onderdanig uur na uur
traag je warmte door mijn lijf te sturen
mij al te geven wat je kon
tot tegen de ochtend
uitgeput als je was
van jou niets anders overbleef dan,
vergeef het mij,
een zak koud water?
Tevreden over dit artikel? Deel het met anderen voor meer lezers.