Voor mijn lerares draag ik me waardig
tel op en trek af als men daarom vraagt
op momenten pakt ze me bij de kraag
en vindt ze mij vervelend en onaardig
het antwoord van de kwestie draagt ze aan
met haar manier van kijken en gebaren
naar haar handen kon ik uren staren
's nachts in bed was ze ver van mij vandaan
mijn angsten ontcijferde ze meteen
vergeving werd in het klein geschreven
zoals ik mijzelf in het leven zag
ze vond mij een antiheld maar niet één
die je niet mocht of om zou kunnen geven
ik verplaatste het potlood dat voor me lag