Rijden
’Opa, ga alsjeblieft voor een nieuwe bril.’
Hij knijpt zijn ogen wat dichter.
'Opa, dat was rood!’
‘Oranje.’
'Die auto had voorrang, opa.’
'Hij was gestopt. Ik kan nog rijden.’
Een voetganger versnelt op het zebrapad.
'Beter dan de jeugd.’
'Zijn autootje was zijn lust en vrijheid. Tot een onervaren chauffeur hem niet zag.’
- Raadplegingen: 75